Waarom marktwerking duurzame ontwikkeling in de weg staat...

Waarom marktwerking duurzame ontwikkeling in de weg staat...

We leven in een bijzondere tijd: het gemiddelde welvaartsniveau in Nederland is nog nooit zo hoog geweest. Tegelijkertijd hebben we met diverse crises te maken: klimaatcrisis, grondstoffencrisis en arbeidsmarktcrisis. Eigenlijke weten we al heel lang wat ons te doen staat: de focus verleggen van het sturen op ' economische ontwikkeling' naar 'duurzame ontwikkeling'. 

Duurzame ontwikkeling gaat over het vinden van een goede balans tussen 'People', 'Planet' en 'Profit'. Concreet betekent het dat iedereen (burgers, bedrijven, overheden, etc.) niet meer alleen financieel gedreven keuzes zal moeten maken. De optie die je kiest zal niet alleen meer goed voor je portemonnee moeten zijn, maar ook voor de planeet en de mensen die betrokken zijn bij de producten en/of diensten die je (in)koopt. Niet alleen consumenten (we zijn inmiddels van burgers vervallen tot consumenten) hebben hierin iets te doen, ook in het publieke domein ligt hier een opgave. 

Marktwerking

Onze rijksoverheid heeft een enorme uitdaging: hoe zorg je ervoor dat de voorzieningen in het land van hoge kwaliteit zijn, toegankelijk voor iedereen, meegaan in de snel veranderende omgeving én betaalbaar blijven? Het gevaar ligt op de loer dat voorzieningen (van wegen, treinen, zorg, onderwijs, openbare ruimte, etc.) onbetaalbaar worden. Dat kan niet als er geen geld is en/of geen draagvlak om belastingen te verhogen. 

Het is dus op zich geen vreemde gedachte dat de laatste decennia van de 20ste eeuw steeds meer zaken in het publieke domein 'aan de markt' zijn overgedragen: zorg, energienetwerk, regionaal openbaar vervoer, etc. De gedachte hierachter is dat de rijksoverheid niet meer al die voorzieningen in eigen bezit heeft, maar vooral regie voert op 'marktpartijen en/of uitvoeringsorganisaties' die de maatschappelijke faciliteiten moeten (door)ontwikkelen en onderhouden. Hierdoor vraag je als overheid aan deze organisaties om zelf op de kosten-baten-analyse te letten. Organisaties moeten hun eigen broek op houden. Dat is in de basis een goed idee, maar als maatschappelijke faciliteiten vooral beloond en/of gestraft worden als er sprake is van groei/afname van 'klanten' dan is 'economisch ontwikkeling' plotseling de basis voor 'bedrijfsvoering' geworden. Wat dit in de praktijk betekent? Stap maar eens een school, ziekenhuis of andere maatschappelijke instelling in. Het resultaat: deze instellingen worden als bedrijven aangestuurd. Bedrijven die efficiënt moeten zijn om financieel te kunnen overleven. Daarmee 'verstoren' leerlingen die extra aandacht nodig hebben de bedrijfsvoering, worden patiënten die extra aandacht nodig hebben als 'lastig' ervaren, en kunnen mensen met een kleine portemonnee niet meer bij alle publieke faciliteiten terecht omdat er vaak ook eigen bijdragen, entree en/of andere heffingen gevraagd wordt. Deze werkwijze staat eigenlijk in schril contrast met de maatschappelijke opdracht die deze instellingen ook vaak hebben: laagdrempelig, voor iedereen beschikbaar, etc.



Over de schrijver
Matthijs Bobeldijk heeft een bedrijfskundige achtergrond en is auteur van het boek IMPACT en ontwikkelaar van de Purpose Case, een instrument waarmee je maatschappelijke businessmodellen kunt ontwerpen. Het is de missie van Matthijs om een bijdrage te leveren aan een versnelde transitie naar de betekeniseconomie en het (beroeps)onderwijs van de toekomst.
Reactie plaatsen